Het verbum
Presens
Ik ben Svetlana - hebben/zijn presens
Stel jezelf eens voor - presens
Marjana uit Roeselare - presens en imperatief
De baas stelt vragen (modaal verbum)
Imperatief
Futurum
Perfectum
Heleen - participium perfectum
Wat hebben ze gedaan - participium
Wat hebben zij gedaan - participium
Het perfectum - 'hebben' of 'zijn'?
Heb je dat al eens gedaan - hebben / zijn
Imperfectum:
In het studentencafé - imperfectum
Bij de fietsenmaker - imperfectum
Het verhaal van Alain - imperfectum
Alain ging solliciteren - imperfectum
Mijn moeder was dokter - imperfectum
Plusquamperfectum
Divers
Griep - perfectum of imperfectum
Mijn huisdokter - perfectum of imperfectum
Appendix - perfectum of imperfectum
Winkeloverval mislukt - perfectum of imperfectum
Larissa - perfectum of imperfectum
Medische dossiers - presens/perfectum/imperfectum
De Belg trouwt minder - presens/perfectum/imperfectum
Verhuizen - presens/perfectum/imperfectum
Verbum worden in passieve zin met "er"
Extra oefeningen:
De imperatief (1) (instructies begrijpen)
De imperatief (2) (instructies begrijpen)
De imperatief (3) (instructies begrijpen)
Hebben of zijn bij het perfectum (1)
Hebben of zijn bij het perfectum (2)
Imperfectum onregelmatige vormen (1)
Imperfectum onregelmatige vormen (2)
Imperfectum onregelmatige vormen per categorie
Separabel verbum (presens) (1)
Separabel verbum (presens) (2)
Separabel verbum (presens) (3)
Separabel verbum (presens) (4)
Separabel verbum - vul het laatste stukje in