);" />
© CVO Scala
Dus of toch
Wat past?
Kies in de lijst
Mijn haar is te lang,
dus
toch
maak ik een afspraak bij de kapper.
Ik zoek werk,
dus
toch
schrijf ik me in bij de VDAB.
Ik doe mijn werk heel goed,
dus
toch
is mijn baas niet tevreden.
Ik kan niet goed met de computer werken,
dus
toch
volg ik een computercursus.
Ik ben een beetje te dik,
dus
toch
ga ik niet naar de fitness.
Ik heb een gezin,
dus
toch
kan ik moeilijk in het weekend werken.
Ik ben flexibel,
dus
toch
kan ik overuren doen.
Ik wil graag een kat,
dus
toch
heb ik er geen want ik ben allergisch.
Ik ben ziek,
dus
toch
kan ik niet gaan werken.
Ik voel me beetje ziek maar ik ga
dus
toch
naar mijn werk.
Ik sta in de file
dus
toch
verwittig ik mijn baas. Ik zeg dat ik een beetje later zal zijn.
Het regent,
dus
toch
neem ik geen paraplu mee.
Belgen zijn niet chauvinistisch,
dus
toch
kennen ze het volkslied niet.
Belgen zijn gesloten,
dus
toch
spreken ze niet met vreemde mensen.
Belgen zijn bourgondiërs,
dus
toch
gaan veel mensen op dieet.
Ze is rijk,
dus
toch
geeft ze niet graag geld uit. Ze is gierig.
Hij is arm,
dus
toch
deelt hij alles met anderen. Hij is vrijgevig.
Belgen zijn beleefd,
dus
toch
zeggen ze geen ‘hallo’ op straat.
Belgen zijn vriendelijk,
dus
toch
helpen ze elkaar.
Ze woont niet graag in België,
dus
toch
blijft ze in België.
Ik woon graag in België,
dus
toch
voel ik me hier thuis.
Ik woon graag in België,
dus
toch
mis ik mijn land.
Controleer
OK