);" />
© CVO Scala
Wat zeggen zij?
Vul de zin aan
Voorbeeld
:
Jan studeert Nederlands.
➜ Jan zegt dat
hij Nederlands studeert
.
1. Vlamingen lenen nu meer geld dan vroeger.
➜ Vlamingen geven toe dat
.
2. Vlamingen besparen niet op reizen.
➜ Vlamingen zeggen dat
.
3. Vlamingen geven de laatste jaren minder geld uit aan voeding.
➜ Vlamongen eten de laatste jaren slechter omdat
.
4. Vlamingen kunnen de bank niet vertrouwen.
➜ Ze weten niet of
.
Controleer
Hint
OK