Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

Wat vind je beter?

Wat past?

Voorbeeld: Ik kijk graag tv, maar ik lees liever een boek.
1. Ik vind tomatensoep lekker, maar ik vind frietjes nog .
2. Appels zijn duur, maar druiven zijn nog .
3. Ik eet graag chocolade, maar ik eet nog pralines.
4. Mijn vriendin eet veel, maar ik eet nog .
5. Mijn zoon wandelt weinig, maar ik wandel nog .
6. Ik woon ver van de school, maar ik woon nog van de bioscoop.
7. Een bromfiets rijdt snel, maar een auto rijdt nog .
8. De herfst is mooi, maar de lente is nog .
9. Lee spreekt al goed Nederlands, maar hij spreekt zijn moedertaal nog .
10. Hij gaat dikwijls zwemmen, maar hij gaat nog lopen.
11. In België is het soms koud, maar op de Zuidpool is het nog .
12. Het Antwerpse stadhuis is oud, maar het colloseum in Rome is nog .