);" />
© CVO Scala
Preposities
Wat past?
Kies de juiste prepositie
1. Kom je
in
met
naar
op
uit
mijn verjaardagsfeest?
2. Natasha komt
in
met
naar
op
uit
Rusland.
3. Pieter woont
in
met
naar
op
uit
Leuven.
4. Ik kom
in
met
naar
op
uit
school
in
met
naar
op
uit
de bus.
5. Ahmed woont
in
met
naar
op
uit
een appartement.
6. Ik lees de krant
in
met
naar
op
uit
de trein.
7. Het boek ligt
in
met
naar
op
uit
tafel.
8. Ik ben geboren
in
met
naar
op
uit
15 maart 1975.
9. Er is geen les
in
met
naar
op
uit
juli en augustus.
10. Ik noteer mijn naam
in
met
naar
op
uit
dit formulier.
Controleer
OK