);" />
© CVO Scala
In het café
Vul in
Gebruik de correcte vorm van: willen - mogen - moeten - kunnen (verbum presens)
jullie koffie drinken?
We
geen bier drinken, straks
we naar huis rijden.
We
wel koffie drinken. Een glas water is ook goed. We
ook iets eten.
Wat
we in dit café krijgen? Een stukje pizza of een boterham met kaas?
Joao
een stukje pizza eten. Pedro
niet kiezen, hij
eerst even nadenken.
Hij eet een boterham.
Het is nu acht uur. Pedro en Joao
naar huis gaan. Ze zijn moe. Ze
slapen.
Controleer
Hint
OK