);" />
© CVO Scala
Het horloge van Svetlana
Vul het pronomen possessief in
Voorbeeld:
Els heeft een boek. > Het is
haar
boek.
Jij hebt een horloge. > Het is
horloge.
Ik heb een rugzak. > Het is
rugzak.
Mijn man en ik hebben een huis. > Het is
huis.
Jullie hebben een hond. > Het is
hond.
Erik heeft een computer. > Het is
computer.
Het is
ringmap.
Wij zitten in de klas. > Het is
klas.
Dit is het huis van Svetlana en Peter. > Het is
huis.
Controleer
Hint
OK