);" />
© CVO Scala
De cursisten
Vul de pluralis in
In de klas staan tien (tafel)
en twintig (stoel)
.
Svetlana spreekt drie (taal)
.
Mombassa eet twee (ei)
.
Hoeveel (broer)
en (zus)
heb jij?
Ik schrijf elke week twee (brief)
.
De leraar drinkt twee (flesje)
water.
Hoeveel (kind)
heeft Liesbeth?
De lerares schrijft veel (woord)
op het bord.
De directeur heeft twee (auto)
: een BMW en een Volvo.
Controleer
Hint
OK